Hoe we ontslagen werden

Het was donderdag, we hadden vrij en lagen voor de tweede dag op rij herhalingen van Friends te kijken op bed in onze kamer in Crossroads Hotel Tomingley. We waren al drie weken de pub niet meer uit geweest en wisten van ellende niet meer hoe we de dagen door moesten komen. Ik had inmiddels eelt op mijn handen van mijn kleurpotloden, ons potje rummicub was het hoogtepunt van de dag (en dingen verbanden in de open haard) en onze enige sociale contacten (als je de dronken, poep-en-plas-grappen-makende, tandenloze klanten even niet meerekent) waren buurmannen Sid (69) en Twister (66). We hadden de stapels briefjes van vijftig dollar die we tot nu toe hadden verdiend over mijn lichaam heen gegooid zodat ik me voor even een MTV-girl voelde (helaas is het hier winter en 10 graden in onze kamer dus droeg ik een joggingpak inplaats van een gouden push-up bikini. Maar het leek toch heel echt.) en we weer even wisten waarvoor we het allemaal deden. Nog vier weken en we zouden genoeg geld hebben om een campervan te kopen. Het voelde als vier jaar.

De volgende dag kwam Amy langs en vroeg of ik even naar het kantoor kwam komen. Het was de laatste weken rustig geweest, veel te rustig. Hadden ze in de zomer nog goede omzetten gehad, nu de winter was begonnen gingen alle mijnwerkers en boeren direct na hun werk naar huis. Ze vond het heel vervelend, maar zij en Mal zouden vanaf nu de pub zelf moeten gaan runnen. Ze zouden ons nog een week laten werken, en dan zat het er helaas voor ons op.

Ik was nog nooit in mijn leven ontslagen, en ik had dan ook niet verwacht dat ik zó blij zou kunnen zijn als ik de zak kreeg. Ik vloog Arjen om zijn nek. “Arie, Arie, we zijn ONTSLAGEN!!!! Hahaaaaaaaaahahahhahah hiiiieeeeeeeeeej NOG MAAR EEN WEEK!!!” We lachten als gekken aan de gekkenpilletjes en deden een rondedansje. We waren zó opgelucht, daar kon die 4000 dollar die we mis zouden lopen niet tegenop.

We moesten een nieuw plan bedenken. We zouden een van kunnen kopen, maar dan zouden we wel binnen een maand weer nieuw werk moeten vinden. Eigenlijk had ik het gehad met Australië. We twijfelden maar even en toen besloten we: we gaan terug naar Azië.

Sinds we Australië binnen zijn, hebben we het niet meer écht naar ons zin gehad. Ik heb me de afgelopen drie maanden vaker ongelukkig dan gelukkig gevoeld. Waarschijnlijk zijn we op de verkeerde plekken geweest, hebben we verkeerde keuzes gemaakt of hadden we direct een auto moeten kopen om op de mooie plaatsen te komen. Misschien is het zonde, want als mensen vanaf nu aan me zouden vragen wat ik van Australië vind, zal ik zeggen: “Stom.” Nog veel meer zonde zou het zijn als we het toch nog een keer proberen, we uiteindelijk naar huis moeten en ik terugkijk op de hele reis als een mislukking. We hebben genoeg geld om nog zeker vier maanden als koningen in Azië te leven. Donderdag vliegen we terug naar Bangkok, om vanuit daar ons visum voor Vietnam te regelen. Goodbye kangoeroes, pokies en gefrituurde schnitzels. Hello bo bay mon!

Comments (0)
Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *