Hoe heimwee de overhand nam
Met opgeheven koppies stapten we op het vliegtuig richting Sydney. Nieuwe ronde, nieuwe kansen, zeiden we tegen elkaar, ook al meenden we er eigenlijk niks van. We waren behoorlijk gedemotiveerd geraakt door de minimale respons die we hadden gekregen op onze sollicitaties. Het was ons inmiddels wel duidelijk dat backpackers ergens onderaan de lijst van gewilde werknemers staan, net boven drugsverslaafden en ex-gedetineerden.
Onze korte broeken en slippers waren misplaatst in het stuk koudere Sydney. Met kippenvel op de armen namen we de bus naar Paddington, vanwaar het nog zo’n twintig minuten lopen was naar Bondi Beach, zei de buschauffeur. Anderhalf uur en een gebroken rug later kwamen we aan bij het bekendste strand van Australië en spraken we af nooit meer iemand te geloven.
We boekten twee nachten in een acht persoons dorm bij het eerste hostel wat we zagen, waar we binnen vijf minuten spijt van hadden. Er liepen kakkerlakken onder de koelkast vandaan, schreeuwende steroide slikkende Engelsen domineerden de binnenplaats, doorgezakte stukken schuim deden dienst als matras en de kamer had de grootte van een gemiddelde Ikea kast. Ik voelde me inmiddels ver onder de drugsverslaafden en ex-gedetineerden staan in de rangorde.
Na die twee (slapeloze) nachten heb ik even onbedaarlijk gejankt uit zelfmedelijden. Ik had intense heimwee. Ik miste mijn coole ouders en zus, mijn knappe baby nichtje en de leukste vriendinnen van de wereld. Ik verlangde naar nachten van acht uur slaap in mijn bedstee in Amsterdam, Yenga avondjes met Ekin, fietsen langs de grachten, douchen zonder slippers, Calvé pindakaas (met stukjes pinda) en pannen waar de anti aanbaklaag nog niet volledig was uitgekrast. “Ik wil naar huis,” zei ik, mijn snot aan Arjens shirt smerend.
Ook Arjen gaf toe dat ie de laatste tijd steeds meer aan Amsterdam dacht. Het was tijd voor plan B. We spraken af allebei nog 1000 euro over te maken naar onze Australische rekening, als we daarna nog geen werk zouden hebben zouden we naar huis gaan. We verhuisden naar een fijn hostel wat Mark mij had aangeraden, waar we eindelijk weer een fatsoenlijke nachtrust hadden (Markie, mocht je dit lezen: Bedankt!). Ook besloten we die 1000 euro er extra snel doorheen te jassen door het solliciteren even te laten zitten en in twee dagen tijd drie keer uit eten te gaan, luxe banketbakkersijs met drie bolletjes te eten, extra veel te roken (yes, gaan we weer) en een godsvermogen uit te geven aan een avondje partyen in een club (waar ons pakje sigaretten met 70 dollar erin werd gestolen. Yesssss, nog sneller naar huis!). Ook de zon begon weer te schijnen, dus we konden zelfs een dagje naar het strand.
En natuurlijk, juist op het moment dat je niet meer zo hard probeert, lukt het.
We hebben allebei fulltime werk!
Ik lees het nu!!!!! Wist niet dat je blogde! Fijn dat het was wat je nodig had!