Valentijnsdag in Yogyakarta

We durfden de bus niet meer aan, dus besloten we voor een keer de flappen geld te laten wapperen en treintickets te kopen naar Yogyakarta.

Na drie uurtjes door de rijstvelden kwamen we aan in de culturele hoofdstad van Java. Het regende hard en we waren onze poncho’s verloren in de strijd (evenals al mijn haarelastiekjes, speldjes, slaappillen, zonnebril en Tevasandalen. Ik moet iets doen aan mijn organisatie denk ik.), dus we klopten doorweekt aan bij het eerste hostel, die gelukkig een kamertje voor ons vrij had.
In de voorafgaande weken was ik erachter gekomen dat ik, behalve een veel te warme spijkerbroek, helemaal geen lange broeken bij me had, dus we gingen naar de markt met een missie.
Lang geleden heb ik voor mezelf besloten dat ik nooit van mijn leven in een backpackersbroek ga lopen. Vooral in Thailand zie je ze veel; dunne katoenen wortelbroeken, veelal met gezellige olifantenprint en of/dipdye patroon. Ze vallen in dezelfde categorie als Uggs, Croccs en fleecetruien; super comfortabel, maar niemand wordt er knapper van. Na een korte wandeling over de Malioboro markt kwam ik erachter dat ik, tenzij ik tien kilo afval en mijn benen een stukje inkort, mijn lot moest accepteren en toch aan de backpackbroek moest.

Voor nog geen drie euro was ik de trotse eigenaresse van een Batik exemplaar, die ik vervolgens nooit meer uitdeed. Uiteraard werd Arjen jaloers en wilde er ook een, dus nu zijn we zo’n stelletje wat in dezelfde kleren rondloopt. Waarschijnlijk hebben we over een paar weken ook die fleecetruien en rijden we op een tandem.

De rest van onze dagen in Yogjakarta verslapten we een beetje. In vijf dagen moesten we vier keer van hostel wisselen omdat we steeds te laat waren met nachten bijboeken, kwamen we een half uur voor sluiting aan bij Borobodur omdat we maar niet konden besluiten wat we als lunch wilden, en zouden we ’s nachts een vulkaan beklimmen maar kreeg ik keelontsteking.
Op dag vier waren we Yogjakarta zat en besloten we op goed geluk naar de luchthaven en naar Bali te vliegen. Uiteraard waren er geen beschikbare plaatsen meer voor die dag, dus konden we de dag erna pas vertrekken.

Na al deze tegenslagen (manmanman, wat hebben we het zwaar) lieten we ons budget een beetje los en boekten de laatste nacht een boutiquehotel met een matras dikker dan een duim, airco in de kamer en een zwembad in de tuin. ’S Avonds toastten we boven een bordje gado gado, in onze Batik broeken op een toch nog heel romantische Valentijnsdag.

Comments (0)
Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *