Hoe ik een echte backpacker werd

Ik was inmiddels tien dagen onderweg en begon me langzaam maar zeker aan te passen aan het backpackbestaan. Mijn benen zaten onder de muggenbulten (die ik regelmatig insmeerde met tiger balm uit de 7eleven), mijn make-up tasje had ik al dagen niet meer aangeraakt, ik waste mijn bezwete shirtjes met shampoo onder de douche, had drie nachten in een 30 persoons dorm overleefd en at sporadisch nog maaltijden duurder dan 80 baht. Het enige wat nog miste was het op locatie regelen van een slaapplek, daar ik tot nu ieder hostel nog van te voren op booking.com had gereserveerd. Ik had dus een missie.

Na een acht uur durende boot –en busreis kwam ik aan in Khao Sok. Hier is met zijn 160 jaar oud één van de oudste jungle ter wereld te vinden én heerst het vochtigste klimaat van heel Thailand (bron: Lonely Planet Thailand). Dit laatste was te merken, het regende pijpenstelen bij aankomst.
Dus hup, poncho aan en gaan, op zoek naar een hostel! Ik liep een willekeurige richting op, vroeg de beschikbaarheid en prijzen bij verschillende guesthouses en had binnen een half uur mijn eigen bungalow met ventilator (en tl-licht!) voor 300 baht (€7,50) en wist nog 100 baht af te dingen op nacht twee en drie. Victory!

De dagen erna leerde ik Thaise curry zonder potje te maken, mocht ik de mountainbike van mijn Thaise buurvrouw lenen en heb ik gehiked in de jungle met de Canadese literatuur docent Vincent die naast me in het restaurant zat (backpackmissie 2: vrienden worden met iemand waar ik in het normale leven nooit mee om zou gaan).

Pas ’s avonds kwam ik er achter hoe een tweepersoons bungalow zo goedkoop kon zijn: het matras had de dikte en veerkrachtigheid van een houten plank, met als extraatje een groot gat in het midden. Ik heb uiteindelijk op een hoopje (versgeshampoode) kleren geslapen.

Comments (0)
Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *